Ik ben een romanticus. Droom graag weg naar andere tijden en plaatsen. Maar zoek ze als het kan ook op. Vooral andere plaatsen en culturen. De reiziger in mij voelt zich het meest aangetrokken door grote vlaktes en kuststreken. Door polders, woestijnen, rotskusten en vooral door eilanden. En als het om culturen gaat: hoe primitiever, hoe beter lijkt het soms. Voorbij de horizon proberen te kijken, is dat de bedoeling? Het echte doel is echter denk ik thuiskomen.
uit: 'Verderop, over reizen en fotografie', maart 1996:
"Het is allemaal
de schuld van de horizon. Die schijnbare, steeds wijkende –of is het wenkende?-
grenslijn tussen hemel en aarde of hemel en zee. De horizon vraagt erom
achterna gejaagd en doorbroken te worden. Achter de horizon houdt zich voor de
meesten immers het paradijs schuil." Mogelijk herkent u deze tekst, vrij naar
een artikel van Kester Freriks in de NRC van 8 maart jl. Een artikel vooral
over Slauerhoff en het paradijs, over Eldorado, de naam van diens
gedichtenbundel uit 1928. Een artikel over reizen, maar met name over het
verlangen naar het paradijs. En dus over illusie en desillusie. Sophocles liet
het zijn koor in ‘Oedipus Rex’ al zeggen: "Toon mij de man wiens geluk iets
meer was dan illusie gevolgd door desillusie."
Het paradijs najagen leidt tot lijden, leidt uiteindelijk zelfs tot de dood. Het leidt tot lijden, want het betekent hartstochtelijk zoeken naar iets wat je niet bezit. En het leidt ten langen leste tot de dood omdat je het nooit zult bezitten, aangezien het niet bestaat. Onvervulbare verlangens, onbestaanbare bestemmingen, illusies. Ziedaar het gevaar van de horizon die wenkt ‘verderop’, die verleidt tot reizen. Ziedaar ook wat reizen ons kan bieden. De geest krijgt de kans geboden om verborgen of verdrongen delen van ons zelf te leren kennen in de zich herhalende, schrijnende ontmoeting met het onvervulde in continu veranderende landschappen. Want wat is een idealer projectiescherm dan een onbekend landschap op afstand? Onze ziel krijgt door het reizen de kans om te leren leven met het onvervulbare of onbestaanbare. En aldus om te leren leven van het vervulbare en bestaanbare. Wat is immers een idealere bron voor verbeelding en dus verbinding dan datzelfde onbekende landschap? Het reizen verleidt onze geest dus tot projectie, onze ziel tot verbeelding. De projectie als uiting van het benoembare dat verborgen was, de verbeelding als de weg waarlangs het onbenoembare zichtbaar wordt. Zo verleidt de reis geest en ziel. Zij verleidt het verborgene en het onbenoembare in ons zich te tonen. "Reizen prikkelt onze fantasie gewoon", zou mijn vader zeggen.
Pyongyang, 1 mei 2004
volksvermaak nummer één: Amerikaantje meppen
snelweg Pyongyang - Nampo, april 2004
op de toekomst gebouwd met 2 x 5 rijstroken
Lees meer
metro Pyongyang, april 2004
ook hierin doen de DPRK niet onder voor Beijing, Moskou of Parijs, zo lijkt het
Pyongyang-entertainment, mei 2004
1998, Nuku Hiva Airport naar Hatiheu
er bleek geen andere mogelijkheid te zijn om aan de noordkust van Nuku Hiva op mijn bestemming te komen dan met een helicopter; geen pad naar Hatiheu, ook geen bootje te regelen die dag;